Van schellendraad tot MFB
Toen ik 4 jaar werd, kreeg ik voor m’n verjaardag een auto met echte koplampjes . De auto was een soort sedan uit de jaren 1930, van blik en ongeveer 30 cm lang. Aan de onderkant zat een 4.5 volt platte batterij en bij de treeplank een schuifje om de koplampjes aan/uit te zetten. De auto was natuurlijk fijn, maar ik had al gauw in de gaten dat je de lampjes er uit kon draaien en rechtstreeks op de batterij kon laten branden, dat was veel interessanter! En met schellen draad (dun draadje met een isolerend lak laagje en een katoenen omspinning kon je de lampjes op afstand laten branden. Dat moest je natuurlijk wel eerst uitvinden!
De serre was in feite de derde kamer, maar werd ’s winters met schuifdeuren afgesloten van de andere kamers. Voor mij de ideale speelplaats. Mijn domein. Er lag zeil, dat met kleine spijkertjes was vast gemaakt. Langs de kanten had ik die spijkertjes er uit gehaald en langzamerhand had ik een heel netwerk van schellendraad onder het zeil aan gebracht en onder de losse kasten (op pootjes) had ik tegen de plinten allerlei lampjes, schakelaartjes en stopcontactjes gemonteerd. Vooral tegen de avond en nog voor het naar bed gaan als het donker was, was het heerlijk om daar te spelen met al die lichtjes Met een combinatie van enkel polige schakelaars had ik een schakeling gemaakt dat je op twee verschillende plaatsen een lampje kon uit of aan doen. Later leerde ik dat dat in feite een hotel schakelaar was. Die had ik toch maar mooi uit gevonden, ook al bestond die al!
We hadden nog gaslicht en begin dertiger jaren kregen we elektrisch licht en ook radio distributie. Dat was een kastje aan de muur waarop je een luidspreker kon aansluiten en dan 5 zenders kon kiezen. Een vrij steriel en plat geluid. Nee, dan bij mijn oma, die had een echte radio met rare mannetjes er in die ik niet kon verstaan (zal wel Wenen, Zagreb of Malmö in de 200 meter band of BBC op 1500 meter lange golf zijn geweest). Dat was het helemaal en daarmee was voor goed mijn interesse gewekt en mijn passie geboren voor ons zo mooie radio vak. Ik slokte overal kennis op en was zo bezeten, dat ik op mijn 7de al een heuse radio had gebouwd. Het was een straight ontvanger. Een zogenaamde “super heterodyne” radio met lampen A442, A446,A415en b443 (4volt), Schaper spoelen met doorlopende as voor omschakeling MG/LG en niet te vergeten de 2 afstem condensatoren op één as, wat voor die tijd al heel modern was. En natuurlijk een los p.s.a. (plaat stroom apparaat) met gelijkrichtlamp 373 voor de hoogspanning van 150 volt DC.
Er waren in de begintijd en opkomst van de radio heel wat amateurs die zich met dat nieuwe medium bezig hielden. En daar heb ik veel steun van gehad. Ik kreeg onderdelen, bouwschema’s en tips enz en ze hadden er schik in, dat ik op zo’n jonge leeftijd er al relatief veel van af wist en zo fanatiek bezig was. Die bouwschema’s zagen er heel anders uit dan de schema’s van tegenwoordig. De verschillende onderdelen werden in kleuren, bijna levens groot afgebeeld op een groot vel papier en met vette lijnen onderling verbonden. Eigenlijk was het niet eens zo moeilijk.
Maar die bovenmatige interesse en bezetenheid had natuurlijk ook zo z’n gevolgen, Het is niet, dat ik niet meer wilde buiten spelen of zoiets. Nee, het was de absolute disinteresse in school. Ik was in m’n geest continue bezig met techniek en andere dingen. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik zat bij juffrouw Christine in de eerste klas. Een schatje, net van de kweekschool. Het was een tamelijk grote klas met ongeveer 40 kinderen. Ik zat wat achteraan (lekker rustig) en je kreeg daardoor vrijwel nooit een beurt. Maar tegen het einde van het schooljaar gebeurde dat toch en moest ik een stukje voorlezen. Het waren maar 4 of 5 regels. Ze stond zo half achter me en zei na afloop: mooi en fluisterde toen in m’n oor wil je na vieren nog even na blijven. Ik dacht nog, fijn, bord uitvegen of planten water geven, want ik had absoluut en wit voetje bij haar. Maar nee, ze gaf me een ander boekje en ik moest hard op lezen en dat ging niet. Wat was het geval, dat eerste boekje kende ik letterlijk uit m’n hoofd, maar wat ik zelf niet in de gaten had, was, dat uitgerekend het stukje dat ik moest voorlezen gedeeltelijk beschadigd was en daardoor onleesbaar, maar ik las de tekst gewoon door. Zo viel ik dus door de mand. Thuis, een druk gezin en ik was de jongste en niemand had het in de gaten. Er werd een deal gemaakt dat ik toch over mocht gaan als mijn moeder, die lerares Frans was geweest, me in de grote vakantie fatsoenlijk zou leren lezen. Alzo geschiedde.
Tussen 8 en 13 jaar heb ik allerhande radio’s en kortegolf ontvangers en versterkertjes gebouwd, te veel om op te noemen. Ik verkocht ook dingen die ik gemaakt had, want het moest toch ook op de een of andere manier bekostigd worden. Ik had ook goede contacten met twee radio handelaren waar ik dingen kocht, maar ook aan verkocht. De handelaren van toen waren van een heel ander slag dan tegenwoordig. In feite waren het zaken mensen die ook radio amateur waren, dat was het grote verschil. Het ging ook allemaal veel vriendschappelijker.
En toen kwam de oorlog in 1940 en volgde een totaal andere episode. Het leek wel of je sneller naar volwassenheid groeide. Daar valt ook wel het een en ander over te vertellen, maar misschien een andere keer.
Groeten Piet.